ontleed

Ik ontleed mezelf in m’n dromen en dan zet ik mezelf  weer in elkaar.

Alleen m’n hart wil maar niet passen, maar daar kraait niemand naar.

En op een ochtend werd ik wakker en toen lag m’n hart in jouw schoot.

En toen vroeg ik ‘wil jij? Want dat hart is mij toch te groot.’

En je moest heel even denken want je had net je ontbijt achter je kiezen en toen vrat je zo ongeveer de helft op

en ik dacht ‘mooi dan kan ik die alvast niet meer verliezen.’