Laten we verloren lopen
gewoon ergens heen
en zien waar het strandt
geef me je hand
laten we verloren lopen
en hopen
dat de tijd met ons mee gaat
en die ergens verkeerd afslaat
zomaar een doodlopend stuk afgrond in
dan zijn we hem kwijt
de tijd
en hebben we zeeën
en bergen
en kleden en wijn
en wind die wappert
door een gordijn
of mijn haren
dat je die dan uit m’n gezicht strijkt
naar me kijkt
even niets weet te zeggen
omdat… nouja…
iets met een zucht uit je tenen
en me dan kust
en nog en nog en nog eens
dat we wakker worden in een bed
dat ons niet wil laten gaan
dat we ontelbaar veel dagen niet opstaan
omdat…nouja
waarom zouden we
we hebben nog zoveel aan elkaar
om vast te houden
zoveel lijf en lief
dus geef me je hand
laten we verloren lopen
en erop vertrouwen
dat als we verdwalen
of elkaar kwijt raken tijdens deze tocht
we ons door de ander laten vinden
zoals hoe jij me vond
terwijl je me helemaal niet zocht.