Voor diegenen die nog wakker zijn

Ik vreet deze nacht
knaagt het vlees van de uren
die nagaren
in het smeulen
van die zak van een zon.
Wat is een ondergang
als je weet dat je ook weer op mag staan?
Geel-rood-oranje grootspraak, en dat vleugje paars?
M’n aars:
De dag is een diva, een opgespoten eiland
een volgspot met een brandpunt waar je niet in kan kijken.
Ik ben niet gemaakt voor het stralen
ben niet van de lichtheid
van het gewapper van de wind
onder rokjes
koket gekut
ik ben een worm
die zich door het bedompt blauwe
van de loze tijd kauwt
De nacht
valt.
Tenminste.
de nacht valt
Op haar bek.
Tand door de lip
de nacht
valt
en verdwijnt
en niemand weet precies
wanneer ze is weggegleden
ze verdwijnt
zoals de dood moet zijn
een ongemerkt overgaan in iets anders
de nacht is er altijd
sluimert onder het helse stralen van die grote gloeilamp daar.
Waarom knijpen we onze ogen dicht als we dat ding in kijken.. omdat die veelheid, die kijk mij eens schijnen, snijdt.
De nacht is er om door te kijken
door jezelf heen naar je ergste gedachtes
door jezelf heen naar wat daar achter ligt.
De nacht valt
als een verliefde
als een baksteen door een ruit
als een moeder op de vaste grond
de nacht valt
als een gebroken hart
als iemand die struikelt over het alsmaar achterom kijken,
zo valt de nacht
als een doek
tegen het bloeden
als van die sneeuwvlokjes in een zo’n glazen bol die je eerst moet schudden
zo val ik
met de nacht
mee.
de aarde in.
En vreet me vol
ledig