Dat je even een vleugje
van iemand
een leven
dat in stukjes
in je schoot geworpen
en dat je
‘echt niet normaal dit’
heel erg lekker
in die iets te diepe zitstoel
op die iets te hoge schommel
en ook nog een stukje van je vinger
dat je die stukjes
van dat leven
in je schoot
en de hele man erbij
dat je die tegen je aan kan trekken
om met volle teugen
en nog vollere teugen
en dan met een ‘nou dag’
en een pleister
en soms weer even zo’n vleugje
en zijn boek
in de trein
nou dat