appeltaart

Hee jij,
Het hele huis ruikt naar appeltaart
Vooral als ik de trap afloop
En er is iets
Ik weet niet precies
Ik word er warm van
Week van
Het is zomer en herfst tegelijk
Het is teveel
Te lekker
Het ruikt zo lekker in huis
Ik zit nu al een half uur aan tafel
mijn handen die over het gladde harde hout,
mijn vingers die door de nerven glijden
En ik kan niet weg
Wachten op
Het is zo veel
Zo lekker
Zomer en herfst
Zwoel en triest
Ik knoop mn jurk langzaam open
Wil hem uit
Alsof ik iets dichter
Hoe kan het dat die appels
Die sneue appels in de fruitschaal
Met hun beurse plekken en vettige schil
Ik ben al bij het laatste knoopje
Ik zou het liefst voor altijd in die geur wonen
Zou hem aan willen trekken
Omdat ik dan zou kunnen zoenen en huilen
Ik wil je tegen me aan
Je zoenen
Lang en warm
Door de tranen heen
Door het weten dat het niet
Daar dwars doorheen
Door dat wat geen verdriet
Maar iets anders
Wil ik je warm
En lang
En zoenen
En tegen m’n borsten
M’n huid
Naar binnen
Ik snijd de taart aan
Warm nog
Het deeg nog niet uitgehard
Ik pak met mijn blote hand een stuk
het brandt in mijn hand
ik moet het neerleggen
doe het niet
En eet je
Voel je
Huil je
Ik wel
Zo lekker
Zomer
Herfst
Maar nog lang geen winter
Ik kan nog in mijn blootje door de tuin
Omdat ik van binnen gloei
Warm nog
in tranen
Zin in
Jou
in mijn mond
Appel
Wangen
Rood
Happy birthday to me.

Eén gedachte op “appeltaart

Reacties zijn gesloten.