Gebruiksaanwijzing

Mijn zoontje kon niet slapen
kroop naast mij in het half beslapen tweepersoonsbed.
Het bekende onrustig genestel
Toch niet op zijn rug
Ook niet op zijn buik
Tot hij op zijn zij lag en zijn voetje mijn bovenbeen raakte
Een diepe zucht
Gevolgd door een oprechte scheet
En slaap
zachte slaap
Van ‘hee jou ken ik’
‘hee jij’
Van wij twee
Die ieder op een andere zij
Niet bij elkaar
Maar toch samen
Want zijn huid
tegen die van mij
En de rest doet er niet toe

Misschien moet ik een gebruiksaanwijzing
Dacht ik vandaag
Van dat als er een hand
Als een zoekend beestje
jouw kant op komt
Dat dat is omdat ik anders niet kan slapen
Niet echt
Dat ik anders de hele nacht naast je
in stille onrust
Af en aan in slaap sukkel
en net zo hard weer wakker schrik
En als je dan vraagt ‘heb je goed geslapen?’
Ik alleen maar knik

Misschien moet ik een gebruiksaanwijzing
Waarin staat dat je me niet zomaar van achter moet besluipen
Omdat ik anders in een reflex met mijn vuist tegen je neusbot stomp.
Maar dat er dan wel zo’n * bijstaat
*dat ik graag vastgehouden word,
met jou achter mij
jou om mij,
zodat ik een beetje tegen je aan kan leunen
Niet teveel, niet dat als je wegloopt ik dan val
Maar net genoeg
Dat we alle twee voelen
Dat we er zijn,
Terwijl we allebei hetzelfde kunnen bekijken,
bijvoorbeeld of de basis van de kalfsfond een beetje wil…

Misschien moet ik een gebruiksaanwijzing
Dacht ik vandaag
Van dat ik in woorden kan kruipen, wil kruipen
Als in armen
Dat ik soms dat warme
Van iets liefs
Iets zo specifieks
Dat het voelt als vasthouden
Of nee,
Als nog iets dichter tegen je aan getrokken worden
Waar ik van moet zuchten
Dat ik dat soms zo graag
Bij gebrek aan echte armen
Soms ineens
zo graag wil
Dat ik word bevangen door
een diep zacht verlangen
dat jij iets zegt
wat ik om me heen kan slaan,
waar ik tegen aan kan leunen.
En dat ik daar dan,
als ik het nodig heb
en me daar dan weer een beetje wiebelig over voel,
dat ik daar dan om poog te vragen
En dat er dan in hoofdletters bij staat
DAT IK DAAR NIET ZO GOED IN BEN.