Er was een dag
dat de wekker ging
en ik lag te graven
waarom – I dunno
en toch lag ik alweer dieper
mijn bed was een gat geworden
en ik maar graven
waarom – wist ik het maar
dieper en dieper
om te verdwijnen in de aarde
waarom – ja waarom?
op zoek naar een bodem?
maar die leek er niet te zijn
een zwarte leegte zonder grond
en daar dan uitkruipen
want de dag is als elke dag een dag die doorgaat
en ondertussen een muurtje om dat gat bouwen
voor anderen
want het laatste wat ik wou
is dat zij daarin zouden vallen
auw
dan zou het misschien nog dieper worden
of dan vallen ze weg
en niet durven vragen ‘kom je naast me in het gat liggen, wie weet dat het kleiner voelt omdat wíj het vullen, of dat de diepte dan wat minder galmt?
nee de dag doorploegen
om dat gat heen
tot het op was
de dag of ik
en dan weer het gat inkruipen
tot de volgende dag
die dag heeft maanden geduurd, ik heb ze maar niet geteld.
Ik ben er nu 68 dagen uit