Maandelijks archief: augustus 2013

In de zon bakken

Vorige week stond ik ineens midden in een plechtig aangelegd perkje naast een vijf-sterren-hotel in het chique Cascais (Portugal) aan struiken te ruiken. ‘Ja hoor: dit is rozemarijn!’ We hadden al pasta, ui, tomaat, kappertjes en spekblokjes bij de Jumbo (die helemaal niets op Nederlandse naamgenoot lijkt) gehaald en toen schoot me te binnen dat ik op de wandeling op weg naar de supermarkt  rozemarijn in bloei had zien staan. Tot verbazing van mijn lieve reisgenote.
Voordeel van je eigen kruiden kweken is dat je ook weet hoe ze eruit zien voordat ze in een peperduur plastic zakje belanden… En dus hadden we verse rozemarijn… Met een aroma en structuur die veel soepeler was dan die in mijn tuin. Ik stel me zo voor dat dat is
omdat mijn rozemarijn zich als een schippersvrouw staande moet houden, in weer en wind op de uitkijk, of ze haar man al aan de ijzige einder ziet aankomen, en zich moet wapenen tegen ons klimaat. Terwijl deze Portugese als in een dartel wapperend jurkje over de boulevard flaneert. Beide smakelijk, alleen een ander karakter. Zo moet ik niet denken aan een opwaaiend zomerjurkje in mijn winterse stoofschotel…

En wat schets mijn verbazing als ik over de zwembadrand kijk… Dat lijkt wel laurier… Kriets… Een paar blaadjes in m’n zak die schreeuwen om geproefd te worden. Al kokend op de het twee pits electrische kookplaatje in de kitchenette (met a-electrische pannen) verdwijnen ze in een op smaak gebrachte olie, voor over de salade…

En mijn lief zei nog toen ik voor een week wegging ‘Wel ontspannen he!! (ja twee uitroeptekens)’ Groot was dan ook zijn verbazing toen ik hem whatsappte dat ik weer gekookt had… Maar goed wat voor sommige mensen bakken in de zon doet, doet voor mijn bakken in een pannetje….

Eva's keuken op vakantie

P.S. Het moet gezegd dat je ook heel erg lekker kan eten aan de kust nabij Lissabon. Zo zijn absolute aanraders:

Masala (Indiaas) [vreselijke website, maar dat zegt helemaal niets over het eten, dat smaakvol, gevarieerd, veelzijdig en heel goed te betalen is.]

Bangkok (Thais) [al net zo’n vreselijk filmpje  als Masala, volgens mij is die website dan ook door dezelfde persoon gemaakt]. Heerlijk eten – de sausjes bij de loempiaatjes alleen al zijn een aanrader. Ik at een vers gevangen zeebaars, in limoen en citroengras en nam pla gestoofd. Simpel, oprecht: mjam

House of Wonders  (lekker vers gemaakt, goede koffie, lekkere toetjes, en een heerlijk heerlijk dakterras, zeker met een verse sangria…)

 

Jonkheer van Tets

IMG_2042

In het oogluikende licht van de jeneverbes achter in de tuin staat hij – gezellig met z’n tweeën: de Jonkheer van Tets. Met mooie rode bessen die de struik opsieren op een manier waar kerstballen nog een voorbeeld aan kunnen nemen. Aalbessen worden ze ook genoemd, maar dat vind ik dan niet zo smakelijk klinken. Misschien omdat ik niet zo’n grote fan ben van de aal…

Zou je een romanticus moeten zijn om te tuinieren? Of word je dat vanzelf? Ik word in ieder geval veelvuldig overvallen door romantische melancholiek als ik tuinier… Want die twee Jonkheren van Tets die me net een volle mand aan met rode bessen hebben opgeleverd zijn precies dezelfde struiken als waar ik als kind ook hele manden vol van heb afgesnoept. En dan bedoel ik niet dat mijn ouders ook een Jonkheer van Tets hadden, maar ik bedoel dat dit exact dezelfde struiken zijn. En dat vervult me.

Toen we een paar jaar geleden dit  huis (toen een in de jaren ’60 blijven stekend rookhol) kochten – was dat ten dele om de voor een stadstuin ruime tuin. Al was het een sombere lap grond waar niet meer van gehouden was sinds de jaren ’80 aan de beplanting te zien. Maar het was een lap grond waar ik dromen van kreeg. Dromen van de tuin inlopen, plukken en koken. En toen ik – het meisje zonder groene vingers – verkondigde dat ik een tuin wilde waar niet alleen in gegeten, maar ook uìt gegeten kon worden zei mijn moeder – een vrouw met hele groene vingers – ‘als je wil mag je de rode bessenstruiken wel’. En dus – als ik in de tuin ben en een trosje rode pareltjes weggris, dan voel ik me weer 8… En wat is er mooier dan dat?

En nu ben ik dus bezig uit te proberen wat er allemaal kan met die rode bes. Onder het uitproberen vraag ik me wel af, waarom ik altijd zo nodig een lichte broek aan moet hebben als ik iets met rood fruit aan het doen ben…? En waarom ik de hele tijd denk ‘ik doe zo een schort aan’ en ja… tja… nouja je bent 8 of je bent het niet…

Uitprobeersel 1 – Gedroogde rode bessen
Als alternatief voor rozijnen of veenbessen…
Oven op 50 graden, deur een beetje open, en langzaamaan de rode bessen helemaal laten indrogen.
Ik ben benieuwd… Ze zitten er nu 2 uur in
Uitprobeersel 2: Rode bessen saus voor bij robuust vlees
450 gram rode bessen, 1 rode ui fijngesnipperd, 300 gram bruine basterdsuiker, 100 ml rode port, schil van een halve sinasappel, 2 takken rozemarijn, 4 takjes tijm, zout en peper.
Alles samen laten pruttelen, zo’n 20-30 min tot het flink is ingekookt. Schil van sinasappel verwijderen en laten afkoelen.
Het is een scherpe saus, die toch een warm gemoedelijk gevoel oproept. Hij heeft iets herfstigs door de aardse smaken van de kruiden, en de sinasappel die zelfs even aan winter doet denken, maar de frisheid van de rode bessen haalt je terug naar het einde van de zomer, wanneer de eerste blaadjes vallen. Voor van die avonden dat je de tuindeuren open wil zetten omdat het zo mooi is buiten, maar je dus een vest aandoet, terwijl je je voeten in kleermakerszit onder je billen vouwt omdat dat warmer is. En je zo merkt dat je langer aan tafel wil blijven zitten… Voor van die avonden, bij een stuk wild, of sappig biefstuk, lijkt me dit een heerlijke saus…

Morgen meer rode bessen uitprobeersels. In ieder geval een jam. En misschien een siroop, of jelly. Zou rodebessen-curd ook kunnen? En lekker zijn….?IMG_2044

conservatie consideratie

IMG_2027  IMG_2029

Er is iets vreemds mijn leven in geslopen… Het wil lang pruttelen, en in glazen potjes wonen. Het wil de tijd nemen terwijl het door z’n ronde venstertje naar buiten kijkt. Het wil naar azijn ruiken, of suiker, of juist naar zout en zuren van citrus… Maar het belangrijkst van allemaal: het wil geconserveerd worden.

Chutneys, jams, geleien, pekels, ingelegd lekkers in zout of azijn… Ik heb het helemaal te pakken. Natuurlijk omdat het smakelijke toevoegingen bij het eten zijn, maar vooral omdat het zo logisch is. Als er nu iets in overvloed is, dan moet je actie ondernemen voor als het straks niet meer binnen handbereik is. En dan bedoel ik niet het handbereik tussen winkelschap en karretje, maar het handbereik van nu op dit moment en aan de boom… Zo zijn de bramen (we hebben een wilde en een doornloze struik in de tuin) bezig te rijpen. En jongens, wat zijn het er veel. Zelfs als we ze met de vogels moeten delen zullen er overblijven. En ook na het maken van Eton Mess met bramen, en na handjes plukken en ter plekke opsnoepen – dan nog blijven er emmers over. En ik weiger die te laten verpieteren. Misschien dat ik een paar handenvol kan ruilen voor oogst van de buren, maar ik ben me nu al aan het storten op recepten om ze een langere toekomst te kunnen beloven als ik ze na ze even geknepen te hebben of ze zich welwillend van hun steeltje willen laten glijden pluk. ‘Stil maar braampje – jij wordt bramen-thijm-jam’. ‘En jij dikkerdje – jij wordt appel-bramen-chutney…’ ‘En okee okee – jullie mogen lekker bramelijk in een veganistische bramen-chocoladecake…’

Ik weet nu al – er komt een moment dat ik door de tuin loop en overvloed wens van alles… En maanden later in verre staat van ontbinding teruggevonden word, bedolven onder een muur van weckpotten… En dat niemand me miste – “want ze was toch zo druk met conserveren? Alleen jammer dat ze zichzelf niet wat beter geconserveerd had.”