Maandelijks archief: april 2014

www- paasbest

(Ik heb een hekel aan boodschappen doen, maar ben gefascineerd door mensen en de inhoud van hun winkelwagentjes. Ik probeer me aan de hand van hun boodschappen voor te stellen wie ze zijn en waarom ze nu, op dit moment, deze boodschappen doen.)

inhoud:
broodjes in de vorm van paashazen, 3 zakken à 12 stuks
paaseitjes 2 zakken
3 repen melk chocolade
2 zakjes rozijntjes – kleintjes

Als ik binnenkom word ik meteen aan ’t werk gezet. Of ik met een appelboor gaatjes in de 36 paashaasjes wil boren. Maar dat ik dat dan wel voorzichtig moet doen omdat dat stukje brood ook weer terug miet. Ik kijk haar blijkbaar zo vragend aan dat ze het voordoet.
‘kijk, gat boren, brood eruit, stukje van dat brood eraf beken en hup chocolade eitje erin, en dan het onderkantje van het brood er weer in doen en dan is het eitje verstopt…’
‘Maar moet ik dan niet eerst dat folie van die eitjes afpellen?’
‘ja, natuurlijk, ja. Dat is ook zo… Sorry, ik moet er ook weer even inkomen…’
Ik schrik ervan als ze sorry zegt, alsof ik haar op een hele grove fout heb betrapt.
’Tis alweer eventjes geleden…’
‘Een jaar toch?’ opper ik, zonder bijdehand te willen zijn, terwijl ik gaten in de hazen boor en zij  de eitjes van hun zilveren schilletje ontdoet.
‘Wat? Nee… Twee jaar…’
‘O?’
Ze zwijgt. En staat dan op om een pannetje met water op  vuur te zetten. Daar zet ze een schaaltje op, en daar legt ze de repen chocolade op.
‘Het gaat sneller als u ze breekt’ zeg ik. En weer voel ik dat ik beter m’n mond had kunnen houden, maar ze pakt de chocola op de breekrandjes vast en knakt ze in stukjes. Ze stopt een stukje in haar mond, en nog een ‘ja zo gaat hel wel heel snel’ zegt ze.

Ik moet lachen. Wil mijn hand op haar schouder leggen, en als ik dat doe, dan voel ik iets gebeuren. Ik heb haar breekrandje aangeraakt en ze knakt. Deze vrouw met haar winkelwagentje vol vrolijk paasgebeuren.
‘Ik mag m’n kleinkinderen niet meer zien… ik heb iets gezegd, 2 jaar geleden, sindsdien mag ik ze niet meer zien. En ik heb geen idee wat er dan zo vreselijk was… ‘

Ze giet de gesmolten chocolade in een spuitzak met een klein mondje, net zo klein als haar mondje dat het midden houdt tussen verbeten en geconcentreerd terwijl ze steeds 2 dotjes chocolade op de haasjes doet. Ik snap wat ze wil en leg op elk van die dotjes een rozijntje. “Hallo!” kijken de haasjes ons aan.
Als laatste tekent ze op alle haasjes een chocolade glimlach
‘Voor de kinderen in dat asielcentrum… niet dat die allemaal in Pasen geloven, maar iedereen gelooft in chocolade, toch?’ 33 van de broodjes legt ze voorzichtig in een rieten mand zodat 33 haasjes haar stralend aankijken, de eitjes die over zijn, legt ze erom heen.
Op tafel liggen nog 3 haasjes – ‘je weet maar nooit, misschien mogen ze dan dit jaar toch even komen aanwaaien…’ dan zet ze zelfgehaakte paasoren op.
Op het aanrecht zie de spuitzak liggen, de chocolade loopt er uit, en ik wil niets liever dan een een glimlach op haar gezicht tekenen, en ik wil best in chocolade geloven, maar ik geloof niet dat dat genoeg is…
En daar hupt ze weg.

www- zoet

(Ik heb een hekel aan boodschappen doen, maar ben gefascineerd door mensen en de inhoud van hun winkelwagentjes. Ik probeer me aan de hand van hun boodschappen voor te stellen wie ze zijn en waarom ze nu, op dit moment, deze boodschappen doen.)

Inhoud:
– Muesli huismerk
– 12 mini cornetto’s
– thee met verschillende fruitsmaakjes
– 3 kleine doosjes pringels – groen
– instant capuccino
– wicky sportdrankjes
– natrena zoetjes

Zij: Ik begrijp het gewoon niet. Begrijp er niks meer van
Zij2: Dat begrijp ik.
Zij: Maar het is om gek van te worden, ik kan hem gewoon niet hendelen…
Zij2: Is ook de leeftijd he?
Zij: Ja? Denk je? Hij kan gewoon niet stilzitten
Zij2: Nee. Jongetjes he….
Kind: Ma-haammm… Mag ik het nu?
Zij [tegen kind] Ja, maar maar één doosje chippies he. We moeten nog eten.
Kind: Maar ik wil die-hie..
Zij: die ijsjes zijn voor na het eten. Ga nou maar.  [tegen haar vriendin] ’t Is net z’n vader
Zij2: Zeg dat maar niet te hard.
Zij: Nee, maar het is wel zo. Als ik de deur openzet dan gaat hij vast ook sigaretten halen.
Zij2: Zo’n scheiding gaat je ook niet in de kouwe kleren zitten… Misschien is dat het…
Zij: Hoe bedoel je?
Zij2: Dat ie daarom zo stuitert…
Zij: ja, dat kan natuurlijk ook.
Kind: Ma-haam ik heb do-horst…
Zij:[tegen kind] Het staat op het aanrecht. [tegen vriendin] Hebben ze nu ook van Wicky. Scheelt echt 50 cent ofzo…Wil jij nog koffie of thee?
Zij2: Nee dank je, ik heb nog…
Zij: Laatst sloeg ie een ander kindje. Zomaar. Ineens. Tegen de vlakte.
Zij2: Joh, tegen de vlakte
Zij: Ja, knock out. Dus sterk is ie wel.

Zij2: Zeg dat, zeg dat

Zij: en ik snap het ergens wel want het is ook een kutkind, maar om er dan meteen op te gaan slaan. Alsof ie zich gewoon niet meer onder controle heeft. [denkt na] Zou dat dan echt komen omdat we uit elkaar zijn…?
Zij2: Kan toch?
Zij: Ik had ook nooit moeten stoppen met roken.
Zij2: Hoezo?
Zij: Ja, nou m’n man haalt voortaan z’n sigaretten ‘ergens anders’- zullen we maar zeggen-  ik ben 9 kilo aangekomen, en echt – ik leef op musli, en capuccino’s – dus hoe dat dan kan…? Zit er boter in die zoetjes ofzo? en ik heb m’n zoon zit met een hoe-heet-zo’n-ding, trauma, en loopt tegen t plafond op.
Kind: Ik heb nog do-horst…
Zij: [tegen kind] Nou dan neem je er nog één… Maar da’s dan echt de laatste he. [tegen vriendin] Ik snap er gewoon niks meer van.
Zij2: Nouja, je doet wat je kan.
Zij: ja, da is. [zucht] da is…

www – Lekkur warrum

foto

De inhoud:
– wijn,  gato negro, 2 flesssen
– knor wereld gerechten, 2 dozen
– iets van vlees? kan het niet zien…
– bloemkool
– sperziebonen
– 2 hamkaasbroodjes
– cervelaat
-2 bananen
– kloppudding van dr oetker vanille
– griesmeelpudding dr oetker
– mysterieus doosje dat vermoed ik ook zoet is
– cakjes met chocolade, 6 stuks
– roombotercakejes, met 6 stuks

Hij: Jemig Sjaan, wat hebbun wij ut lekkur…
Zij: wat jij zegt Sjon. Wat hebbun wij ut lekkur…
Hij: Dat ken je wel zeggun..
Zij: Dat zeg ik ook. Sterker nog ik zeg ut gewoon nog un keer: wat hebbun wij ut lekkurrrrr. Hier een hamkaaskroisant voor jou. En een hamkaaskjuh voor mij.
[ze eten]
Zij: getvurdullumu wat een kleffe zooi…
Hij: nou dat ken je gerust nog eens zegguh…
Zij: helemaal niet – het kleft zo dat ’t aan me gebit plakt.. Ik ken niks zeggun…
Hij [geeft haar een fles rode wijn in] hier
Zij: Nouja seg, ut is halluf één
Hij: Nou en? Ut is altijd erguns op de weruld halluf vijf… [en neemt zelf ook een fles rode wijn]
Hij en Zij: [huhuhuhuhu]
Zij: Doe maar. He. Wat kannut ons schelun. Het is nou niet dat we ook maar met iemand rekuning hoevun houdun.
Hij: wat ruik ik nou?
Zij: bloemkool
Hij: getvurdulleme!
Zij: Nee nee ik heb voor jou Boboti.
Hij: wat?
Zij: zo’n ovengebeurun met appel , gehakt en sperziebonen.
Hij: hebbie dat zelf bedacht?
Zij: Tuurlijk niet. Tis uit een doosje.
Hij: o dan is het goed.
[pakt zijn fles rode wijn en tikt die tegen de fles rode wijn in haar handen]
Hij: Proost..
Zij: Joe!
[ze drinken. Laten we zeggen ieder een halve fles]
Zij: Wiw jijw oowk un keewkje?
Hij: Daar ssssseg ik geeen neeeej teeeejgun….
Zij: Hier [geeft hem zijn zes roombotercakjes, hij maakt de verpakking open. Zij wil een cakje pakken, hij tikt haar op haar vingers]
Hij: je hebtsssss sssstoch je eigun keeekjesss…?
Zij: Owjaaa. [zij pakt er de 6 chocolade cakejes bij]
[Ze stouwen ze naar binnen.]
Hij: Wat ruik ik nou?
Zij: [denkt even na] verbloemde kool….
Hij: Bloemkool bedoel ju?
Zij: [krijgt de slappe lach] Nee. Bloemende verkool… Verdomde koolbloem… [probeert zich te focussen] Verkoolde bloemkool.
Hij: Oja. Nu ruik ik het ook.
Zij: Nouja. We hebbun altijd nog de griesmeel pudding. [kijkt de keuken in] Zo, nou, dat fikt nog best behoorluk, zo’n inbouwkeukun…
[pakt de doosjes griesmeelpudding en vanille pudding van Dr Oetker, doet ze elk in een glas dat op de tuintafel staat, giet er wijn bij, roert met haar vingers]
Hier Sjon. Toet. Doktur Oetkur. O wach effu, hiero.  [maakt voor hen beide een banaan open] Ken je dopun, want die lepuls leggun binnun.
[terwijl hun rijtjeshuis affikt en de rest van de straat in lichterlaaie zet]
Hij: Jemig Sjaan, wat hebbun wij ut lekkur…
Zij: wat jij zegt Sjon. Wat hebbun wij ut lekkur…
Hij: Dat ken je wel zeggun..
Zij: Dat zeg ik ook. Sterker nog ik zeg ut gewoon nog un keer: wat hebbun wij ut lekkurrrrr. Lekkur warrum ook. Voor de tijd vanut jaar…