Croissant-knabbeltjes

Croissant-knabbeltjes
De croissant snijd ik in plakjes van een halve centimeter, die leg ik naast elkaar in een ovenschaal met bakpapier. Ik smelt een klontje roomboter (25-50 gr) en doe daar
1 theelepel anijs (gemalen), 1 theelepel suiker, 0,5 theelepel kaneel er doorheen.
Dat vloeibare (heerlijk ruikende) papje verdeel ik over de croissantplakjes. Dat gaat de
oven in (die nog steeds op 175 graden staat), na 20 min hussel ik de plakjes nog even om zodat de zoete boter overal zit. Af laten koelen en in een luchtdichte pot bewaren; en buiten bereik van kinderen bewaren, althans de mijne hebben het binnen een half uur op

 

croutons

Croutons
Ik heb het broodje in stukken gesneden, allemaal ongeveer even dik
in ovenschaal met olie, zout en peper gedaan, alles een beetje gehusseld.
De oven rond de 175 graden – na een kwartier alles nog even om husselen, en laten bakken tot goudgeel.
Af  laten koelen en in een luchtdichte pot bewaren; lekker over de soep, of als krokant tussendoortje.

paneermeel

Paneermeel
Van het verrassings-afbakbrood met ik de bovenkant, die al best krokant was, af gesneden, in stukjes gebroken en op een bakplaat in de oven gelegd. Als dat uitgedroogd genoeg is maak ik er paneermeel van.
Alles in de keukenmachine en tot kruimels vermalen.
Of: veel leuker om te doen; doe er een theedoek omheen, pak een stok of een vleeshamer en laat je kinderen het tot kruimels slaan/stampen.
Luchtdicht bewaren.

www- Het kan zo gezellig zijn

(Als ik in de supermarkt ben kan ik het niet laten winkelwagentjes te lezen. Wat zeggen de boodschappen over die mensen? Wie zijn ze? Wat gaan ze eten? Waarom vandaag? In die nieuwsgierigheid matig ik me vanalles aan, zelfs soms ook recepten. )
Het kan soms zo gezellig zijn
Een winkelmandje
Op zondag
Zo’n dag die bestaat uit ‘Ah joh’
‘Komt morgen wel
Afbakbroodjes
toastjes, iets notigs van Duyvis
Wijn wit
en rood
Want je weet maar nooit
Een moeder die licht vertraagt als ze met haar twee koters langs het schap met m&ms loopt, het mandje sleept de jongste  achter zich aan.  De oudste pikt haar moeders hint op. Om geloofwaardig te blijven geeft de moeder zich niet zomaar gewonnen. ‘Nee… weet je hoeveel suiker… (als de oudste haar te serieus neemt en de zak terug wil leggen…) ‘ nou, okee okee omdat het zondags is… maar als ze op zijn zijn ze op’ ze zegt het tegen zichzelf, maar de koters knikken.
Haar hele mandje ligt vol. Bijna allemaal ‘zondigs’ op het paprika stoplicht na.
Ik stel me voor dat ze het wijntje opentrekt. De witte. En dan de paprika’s snijdt. Dat haar kinderen op de ipad op de bank hangen terwijl ze stokbrood naar binnen werken. Na 2 witte wijn – waarvan 1 in alle stilte op het krukje in de keuken – zijn de paprika’s klaar. Ze neemt een stukje en zet de rest op tafel. Geen haai die ernaar kraant. Dat zegt ze tegen haar man die thuiskomt na zijn klusmiddag bij zn beste vriend. Nee de zolder is nog steeds niet af. Ze zijn wel een eind gekomen. De afstand die je af kan leggen na 5 bier. Waarvan één een trappistje. Die voelt hij nog. Of er nog iets te eten is. Vraagt de man als hij naar de gesneden paprika fiesta op tafel kijkt. Stokbrood. Hummus. Brie. Toastjes. Gerookte amandelen. Het is allemaal al aangebroken. De moeder kijkt naar de kinderen. Die zullen nog wel vaker de schuld van het falen van een ander op zich afgeschoven krijgen. Moeder schenkt het laatste glas wit in. Het waren toch echt maar twee glazen die ze tijdens het snijden… of… nouja. Er is nog rood. En nu die toch open is gaat die er ook aan. De kinderen leggen zichzelf op bed. Vader en moeder snaaien. Alsof hun leven ervan afhangt. Alsof vandaag is gemaakt om alles even helemaal los te laten voor het echte leven weer begint. Zij flupt het bovenste knoopje van haar blouse los. Morst daarbij wijn. Ze kan niet tegen vlekken. Ook nu niet. Als ze met zout op de vlek in staat te boenen en haar borsten in haar bh meedeinen poogt hij op te staan. Dat had ie misschien eerder moeten proberen want nu voelt hij de grond niet meer. Of hij voelt hem wel, maar dan anders. Afgeleid of ingenomen door de wankelheid van zijn bestaan is hij alweer vergeten dat hij eigenlijk op weg was naar haar zachte boezem. Hij ploft op de bank neer. Zij verdwijnt naar de badkamer om haar blouse schoon te wassen. Ergens vallen ze allebei in slaap.
De volgende morgen. Maandag. Ochtend met  paprikastukjes die net zo slap zijn als de koffie die hij zet. En dus zet zij haar eigen mok. En mokken ze. Maandag. Zo’n dag.

Uienprak van Piet, en broeder in de zak

Nodig:

  • uien (1-2 de man)
  • aardappels (2-3 de man)
  • creme fraiche
  • zout en peper
  • roomboter

Bereidingswijze:

  • Schil de aardappels en snijd ze in stukken, pel de uien (droog je tranen) en doe ze in grove stukken samen met de aardappels in de pan. Doe er genoeg water bij dat alles net onderstaat. Laat 30 min koken
  • breng om smaakt met zout en peper
  • voeg 1-2 eetlepels creme fraiche toe en pureer alles met een aardappelstamper
  • laat de stamp nog wat nat is de boel iets verder inkoken
  • smelt ondertussen de roomboter in een pannetje
  • schep de uienprak op een bord, schep met een grote lepel roomboter uit het pannetje en duw de lepel in het midden van de uienprak. (maak een kuiltje met de lepel, of een koetje zoals Piet het noemt)

Tijdens het eten van de uienprak, die Piet samen met een zure haring at, schoot bij hem ineens een ander gerecht te binnen. Broeder(-in-de-zak) heette het. Het hield het midden tussen brood en pannekoek. Je at het met boter en stroop. Piet wist globaal hoe je het moest maken, dus heb ik even wat research gedaan. Hier is het recept, Piet had het niet over rozijnen, maar het klinkt wel lekker.

Nodig: (4 personen)

  • 1 pond zelfrijzend bakmeel
  • 2 dl melk
  • 4 eieren
  • snufje zout
  • kopje rozijnen (optioneel)
  • boter en stroop
Bereiding:
  • De rozijnen weken en goed uitknijpen.
  • Kneed van alle ingredienten een samenhangende bal.
  • Doe de bal deeg in een katoenen zakje [zakje van ongeveer 30 bij 30 cm] knoop het zakje met een koordje goed dicht.
  • Het zakje in een pan met ruim water doen en 2 uur laten koken. (na een uur keren).
  • Als de broeder klaar is hem uit de zak nemen en in plakken snijden.
  • De boter en stroop in een pannetje, op laag vuur, samen verwarmen
  • Een plak op je bord leggen en overgieten met het warme stroop-boter-mengsel

 

PS Theater – Raamsteeg-recepten

Voor de voorstelling ‘NESTELAAR‘ van het PS Theater zijn we op zoek naar het thuisgevoel in de Pieterswijk in Leiden. Mijn onderzoek de komende weken heeft te maken met eten en je thuisvoelen. Welk gerecht maakt dat je je thuisvoelt, en wat maak je zelf om je je thuis te voelen.
Elke vrijdagmiddag hebben we een buurtborrel en bij wijze van experiment wilde ik in een straat aanbellen, kennismaken met de mensen en vragen of ze iets van eten wilden doneren. En ja dat mochten ook slappe verlepte wortels achterin de groente-la zijn. De Raamsteeg was de vuurdoop. Lees hieronder wat ik van mensen heb gekregen en met welke Raamsteeg gerechten ik thuiskwam.
P.S. Mocht jij een recept hebben van een gerecht dat je aan thuis doet denken; wil je me dat laten weten?
  IMG_9502IMG_9489
In de Raamsteeg kreeg ik van nummer 7 een mandarijn, drie tomaatjes, en een blikje tonijn
Piet op nummer 21 moest ineens denken aan een oud recept, een prak met uitjes, dat gaat hij me vandaag leren, voor het raamsteeg-recept gaf hij me twee handen vol spruitjes.
Op nummer 19 had ik een bovenraamgesprek, en liep er weg met 4 witlofstronken en een biologische courgette. 
Lenie zei ‘je hebt geluk’ ik heb net boodschappen gedaan, en toen kwam ze met een hele zak vers en gewassen spinazie aan. Ook vertelde ze dat andere kinderen op hun verjaardag altijd koken voor frietjes, maar niet zij, zij wilde dan zo graag een bord met bietjes. Zo lekker aards en heerlijk zoet. Van mevrouw Colijn kreeg ik bijna het recept voor haché, maar ik kreeg wel een dikke appel en een ui mee.
Van André kreeg ik een sneue prei, André gaf hem me verontschuldigend, maar ik was alleen maar blij. Van Max – die op zijn verjaardag altijd oliebollen at – kreeg ik een half doosje met champignons. Biologisch. Toen ik vroeg of hij zelf wel eens oliebollen maakte zei hij ‘nog nooit’.
Van de kleine blonde Fieke kreeg ik twee mandarijntjes, een een hartverwarmende verlegen lag. En ook nog een soort halve ‘dag..!’
Toen ik aan de man in het islamitische winkeltje vroeg of hij nog sneue groente had die hij anders weg zou gooien hupste hij naar achteren en vroeg of het ook fruit mocht zijn. Tuurlijk, alleen maar fijn. Hij gaf me een groene paprika met een rot plekje en negen appels die eruit zagen alsof er iemand mee had gejongleerd, iemand die dat gisteren voor het eerst had geleerd. Toen met een overvolle mand belde ik aan op Raamsteeg 2a. – da’s niet waar, ik had de sleutel… Ik dook de koelkast in en zag een doosje jonggroene olijven nog van de Het geloof van Leiden reunie, en een potje mandarijnen op siroop. Op tafel lag – de dichtgeknoopte zak ten spijt – een halve rol koekjes die al aan het verslappen waren. Alle deuren gehad, alleen was niet iedereen thuis, of deed niet iedereen open. Nu was het tijd. Tijd om te gaan koken.
Ratatouille met tonijn
Ik sneed de ui fijn en deed die in een pan met een scheutje olie, en liet ik rustig fruiten.
Ondertussen sneed ik de paprika in kleine blokjes, net als de courgette.
Die deed ik bij de inmiddels glazige ui.
Een theelepel oregano erbij
Beetje zout en peper
Daarna de tomaten in blokjes gesneden. Op het moment dat het mengsel in de pan niet meer zo vochtig was deed ik de tomaten erbij, rustig laten inkoken.
Tonijn afgieten er ook bij zodat het tomaten-vocht alle smaken met elkaar kan vermengen.
Gegrilde witlof met prei, appel, champigons
Eén van mijn horror-maaltijden als ik bij vriendinnetjes at was witlof uit de oven. Van die natte, weke, en toch bittere glibber.. Daarom besloot ik de witlof maar eens te grillen, kijken of dat kan. Ik beoliede een ovenschaal, sneed de witlof in de lengte door
en legde ze met de ronde kant naar beneden naast elkaar. Daarna bestreek ik ze licht met olie.
met een microplane (dat is zo’n profi-rasp) raspte ik schil van 1 mandarijntje over de witlof.
Omdat witlof een bittere groente is, leek met me lekker om dat uit te balanceren met wat appel. Ik sneed een appel in schijfjes, en bedacht toen dat het ook lekker zou zijn om een partje in het mengsel van prei dat ik erover heen wil doen te gebruiken. Alle andere schijfjes legde ik rondom de witlof in de schaal.
Beetje zout en peper erbij. De schaal ging onder de grill, niet te heet, want voor je het weet zijn de puntjes zwart. Goud tot donkerbruin is het streven.
Tijdens het grillen deed ik de prei-schijfjes in een pan met een beetje olie, het stukje appel in blokjes erbij. En ook een stuk of 10 champignons in blokjes. Lekker laten inkoken. Op het laatst het sap van 1 mandarijn erbij. Dat – nu weer vochtige – mengsel schepte ik over de witlof. En dat ging weer de oven in. Heel kort, zo’n 5 min max. (ik moet eerlijk bekennen dat ik vergeten was de kookwekker te zetten, omdat ik bezig was met spruitjes schoonmaken)
Rauwe spinazie, spruitjes salade met mandarijn
De spinazie zat gewassen en wel in de zak, dat scheelde drie keer wassen en drogen. Ik heb wel alle steeltjes eraf gesneden omdat die in een salade in de weg kunnen zitten. De spinazie grof gesneden en in een saladebak gedaan.
Toen de schoongemaakte spruitjes in hele dunne plakjes gesneden (okee, okee, daar heb ik een keukenmachientje voor, maar het kan met de hand, of een rasp, of mandoline. keuzes te over)
De rauwe spruitjes bij de spinazie.
4 champignons – ja zeker ook rauw – in plakjes gesneden en erbij.
De olijven uit hun olie gehaald en grof gesneden. Ook over de salade
In de resterende olijven marinade heb ik de rasp en sap van mandarijntjes gedaan, en de 2 mandarijnen op siroop heel fijn gehakt en er ook doorheen (ipv die mandarijntjes op siroop kan je ook wat honing met een scheutje azijn toevoegen).
Dressing over de salade, goed husselen.
NB deze salade is erg lekker als je er bijvoorbeeld geroosterde hazelnoten of walnoten aan toevoegt. En/of uitgebakken spek. Dan heb je een heel voedzame maaltijd-salade.
appel-koek-toet
Het leven kan zo simpel zijn. En hoe sneuer de appel hoe lekker het mengsel.
Schil de appels, haal de beurse plekken eruit en de klokhuizen. Snijdt in blokjes.
Doe wat boter in de pan, en tjoep de appels erbij. Laat stoven.
Ik kon het niet laten om er een eetlepel kaneel aan toe te voegen.
De koekjes totaal verkruimelen en het koek-kruim bij de appels erbij doen. Goed roeren. Zodat het vocht van de appels lekker in de kruim gaat zitten. Roeren, terwijl het papje steeds droger wordt. Als je wil kan je nog wat suiker of honing toevoegen. Zelfs speculaaskruid, of gemberpoeder, of nog lekkerder gember rasp.
Ik heb – toen het mengsel op genoeg was ingekookt dat het nog wel sappig was, maar geen natte pap meer – met een ouderwetse ijsschep halve bolletjes in muffinpapiertjes geschept.
Maar als ik meer tijd had gehad dan had ik de hele brij ook in de oven kunnen zetten, nog een paar kleine toefjes boter erop en dan het geheel tot een appel-koek gebakken.
IMG_9498

www – ontdooien

Winkelwagentjeswoensdag

(Ik heb een hekel aan boodschappen doen, maar ben gefascineerd door mensen en de inhoud van hun winkelwagentjes. Ik probeer me aan de hand van hun boodschappen voor te stellen wie ze zijn en waarom ze nu, op dit moment, deze boodschappen doen.)

Inhoud wagentje – om 10:52

gehakt, een pond, schat ik
zak tafelaardappelen, 4 kg
zuurkool, gewone
krulpeterselie in een zakje
sperziebonen
mona drilpudding, roze, waarschijnlijk aardbei
1 fles sherry, droog.

Inhoud wagentje om 11:01

gehakt, een pond, nog steeds
kilootje kriel
zuurkool, gewone
krulpeterselie in een zakje
chocolade puddinkjes, twee éénpersoonsporties
diepvriesgroenten

Hij staat voor de vriezer. Z’n hand op de greep, maar hij maakt de deur maar steeds niet open. Alsof hij voor het eerst van zijn leven voor zo’n vriezer staat, zo zorgvuldig is hij alle letters aan de andere kant van het glas aan het lezen. Hij heeft er net zelfs zijn leesbril voor opgezet. Het duurde even voor hij hem vond, tastte al zijn zakken af, lachte hoofdschuddend toen hij over zijn kalende hoofd wreef, en moest toen even naar adem happen. Het moment dat hij zijn hand op zijn borst legde voelde hij de bril. Aan een koordje om zijn nek, zodat hij hem niet kwijt zou raken. Zodat hij hem bij de hand zou hebben op dit soort momenten, waarop je heel aandachtig de inhoud van een supermarktvriezer moet lezen.

Hij zoekt iets. Maar wat?

Hij pakt zijn telefoon. En belt. En wacht. Er neemt blijkbaar niemand op aan de andere kant van de lijn. Hij belt nog eens, maar stopt dan ineens, geschrokken, zijn telefoon in z’n zak. En vervolgens loopt hij hetzelfde rondje als eerst, maar legt nu sommige dingen uit zijn wagentje terug, en ruilt ze om voor andere boodschappen. Hij eindigt weer bij de vriezer, en mompelt iets…. Iets dat klinkt als wat precies tussen geïrriteerd zit en, ja, droef.

Zij aten natuurlijk elke woensdagavond samen een aardbeien-drilpuddinkje. Dat hij die dan eerst op een bordje had gezet en met een theatrale zwaai, en een ‘tadaa’, of nee, een ‘whopla’ had omgekeerd. Waarna zij het plakkertje over het gaatje er vol heel zorgvuldig afpulkte terwijl ze over de rand van haar bril naar zijn verwachtingsvolle grijns gluurde. Samen wachtten ze dan  tot de pudding zich losblubberde. Zij onthulde elke woensdagavond de blozende pudding.
En zij is degene die hij belt. Met vragen over of het nou platte of krulpeterselie moet zijn. En zij is degene die niet opneemt. Niet meer. Hij moet er nog aan wennen, aan dagen vol ‘niet meer’. Het is alleen maar minder. Hij moet wennen aan hoeveelheden, aan steeds haar portie weggooien.
Als hij de 4 kilo zak tafelaardappelen voor een kilootje kriel verruilt vertilt hij zich, zo licht is zijn leven nu. Hij stoot zich ook heel hard aan het winkelwagentje. ‘Ik had een mandje moeten nemen.’ Misschien, maar nu kan hij zich aan iets vastklampen.
Als hij langs eenpersoonsporties magnetron-maaltijden loopt trekt hij eerst een vies gezicht, en daarna haalt hij opgelucht adem. Hij is niet de enige die net z’n vrouw verloren heeft…

De meeste moeite heeft hij met de sherry. Om die terug te zetten. Hij zet hem neer, pakt hem op, zet hem weer neer, reikt er nog één keer naar en loopt dan weg. Snel. Naar de vriezer. Die hij staat te lezen als een gebruiksaanwijzing. Een gebruiksaanwijzing voor zijn nieuwe leven van één kilo kriel. Het worden diepvriesgroenten, Hollandse mix. Makkelijk te doseren. Kan hij precies maken hoeveel trek hij die dag heeft, al heeft-ie niet veel trek, maar hoeft-ie tenminste niks weg te gooien.

Hij heeft hij een hekel aan, hij heeft de oorlog nog meegemaakt. De laatste keer stond hij boven de prullenbak te huilen, terwijl hij de zuurkoolstamp uit de overschotel schraapte. Niet vanwege de oorlog, die oorlog leek helemaal nergens op vergeleken met dit. Hij had gemorst, een dikke plakkerige klodder puree op zijn blauw-groen geblokte sloffen, en voor hij het wist liepen de tranen over zijn wangen. Alsof hij zijn lief nu net te grave had gedragen. Bij de begrafenis was hij heel kalm. Er moest ook zoveel geregeld, en zijn schoondochter was van streek, dus leek het hem niet het moment om ook een potje te staan grienen. De dagen na de begrafenis kwamen er mensen over de vloer, buren die eten hadden gekookt, die even een praatje kwamen maken, die vroegen of ze iets konden doen. En als ze dan konden, dan zei hij ja, en anders bedankte hij vriendelijk. Die eerste dagen na de dood wilde hij soms alleen zijn, en toen die dag kwam dekte hij de keukentafel voor hem alleen, ging zitten en wachtte. Na drieëntwintig minuten niks stond hij op en deed de koelkastdeur open. Niks. En voor het eerst in hun 56 jarige huwelijk viel het hem op dat er een klein compartimentje met een deurtje in die koelkast zit. Hij probeerde het te openen, en na een ferme ruk stond hij oog in oog met een ingevroren overschotel. Haar ovenschotel. ‘God, wat houdt hij toch van dat mens.’ En ’s avonds om een uur of negen, na een grote ontdekkingsreis op zoek naar lucifers en een ervaring rijker hoe de – elektrische – oven nou precies werkt was dus over. En dat, het laatste van haar, van toen ze d’r nog was, gooide hij nu weg, omdat het echt niet meer in zijn maag erbij kon.

Dus staat hij vandaag voor de vriezer. “Heeft u ook diepvrieszakjes?” Hij zet de Hollandse mix terug, loopt met de winkelmedewerker naar het schap met vershoudfolie, vuilniszakken en diepvrieszakjes, loopt even langs de groente-afdeling en gaat dan naar de kassa. Zij had een hekel aan van die diepvriesgroenten in groene dozen, waterige gekleurde klonters die allemaal hetzelfde smaken, naar snot. Daarom hadden ze ook maar zo’n klein vriesvakje, voor noodgevallen. En hij kan het niet over zijn hart verkrijgen om daarmee thuis te komen. Hij moet wel goed voor zichzelf zorgen.

Inhoud wagentje om 11:06, bij de kassa.

gehakt, een pond,
kilootje kriel
zuurkool, gewone
krulpeterselie in een zakje
chocolade puddinkjes, twee éénpersoonsporties
pond sperziebonen
diepvrieszakjes, 1 liter, hersluitbaar.

Als hij de supermarkt uitloopt besluit hij dat hij een vriezer zal kopen, een klein model, zo eentje dat ook in een bejaardenhuis past… En dat lucht hem op. Maar elke keer als hij de vriezer aan hoort slaan mist hij haar. Hij wou zo graag dat ze niet dood was, maar gewoon was bevroren, zodat hij haar een keertje, in geval van nood, kon ontdooien.

Wie zoet is – de sintersnoepgoed variaties

Okee, de goedheilig man zit allang weer in de zon in Spanje en wat rest is…. snoepgoed. Slappe kruidnootjes die je ergens in een net niet goed afgesloten zakje hebt liggen, een overschot aan chocolade letters… Het lijkt nooit op te komen…  Ik vind steevast een wittig uitgeslagen chocoalde letter ergens achterin een kast tijdens een vlaag van opruim woede in de lente… vandaar dat ik dit jaar besloten heb om uit te proberen wat er allemaal nog meer kan met Sint-snoepgoed. Wie weet staat er wel iets lekkers voor bij voor je kerstmenu. (er zullen de komende dagen steeds wat recepten bijkomen

Kruidnoten of speculaas + chocolade letter = kruidige gember-limoen taart met een (pure) chocolade ganache topping. 

Nodig:

  • voor de bodem:
  • kruidnoten of speculaas (zo’n… gram)
  • 60 gr boter, gesmolten
  • 1 theelepel gemberpoeder
  • voor de limoenlaag:
  • 200 ml slagroom
  • 4 limoenen (sap van 4, rasp van 3, maar je hebt voor de ganache rasp van de 4e nodig!!)
  • 230 gr suiker
  • 4 eieren
  • voor de ganache:
  • 150 ml slagroom
  • 150 gr chocolade (puur of melk) – in kleine stukjes gemaakt
  • 1 eetl boter
  • rasp van die ene 1 limoen van hierboven

Werkwijze:

  1. Bedek de bodem van een spring vorm (20-22 cm) met bakpapier, wrijf de randen met wat boter is.
  2. verwarm de oven voor op 180 graden (160 graden hete lucht)
  3. Doe de kruidnoten/koek in een keukenmachine en verpulver ze. (wat ook kan is dat je ze in een zakje doet en er met een deegrol, of een pan op slaat, als ze maar tot kruimels worden). Voeg de gember poeder toe. meng. Voeg dan de boter toe. en meng nog een keer.
  4. Stort het mengsel in de springvorm en met de bolle kant van een lepel druk je het goed aan (of met je vingers – mijn kinderen vinden dit erg leuk om te doen, waarschijnlijk ook omdat er nogal wat blijft plakken aan hun handen…)
  5. Zet de springvorm nu zeker een half uur in de koelkast, zodat ze bodem weer compact wordt.
  6. in de tussentijd maak je de limoenlaag; doe de eieren, suiker en slagroom in een kom en klop ze door elkaar, voeg dat de limoensap en rasp toe. Goed mengen.
  7. Als de bodem lang genoeg in de koelkast heeft gestaan, haal je hem eruit en schenk je de limoenvulling erop. Zet hem in het midden van de oven, en bak hem in zo’n 40-45 min gaar. Hij is goed als hij stevig voelt als je hem zacht aanraakt, maar wel nog een wiebelig is het midden als je er zachtjes tegenaan tikt. Haal hem uit de oven en laat hem compleet afkoelen. Het kan zijn dat de taart in lijkt te storten als hij afkoelt, dan maakt niks uit.
  8. In de tijd dat de taart in oven staat, maak je de ganache: verwarm de slagroom met de boter in een steelpannetje. Niet te warm (je moet de pan aan de zijkant nog met je handpalm aan kunnen raken). Haal het van het vuur en voeg dan de chocolade toe, blijf roeren met een garde tot alle chocolade is gesmolten. Laat afkoelen, zodat hij iets kan opstijven.
  9. Als de taart afgekoeld is besmeer je de taart met de chocolade ganache en daar sprenkel je dan de rasp van de limoen over.
  10. In de koelkast laten opstijven.

 

 Een paar handen te hard geworden pepernoten (die bonkige) = Limburgs Zoervleis

Nodig:

(voor 4 personen)

Werkwijze:

  1. Snijd het vlees in blokjes  en doe ze in een kom. Voeg  het water met de azijn, de laurier, de jeneverbessen en kruidnagels toe. Breng op smaak met peper en zout.  En laat dit 24 uur marineren in de koelkast.
  2. Neem het vlees uit de marinade, laat het goed uitlekken en dep het droog met keukenpapier. Bewaar de marinade.
  3. Smelt 2/3e van de boter in een warme stoofpan en bak het vlees in enkele minuten rondom bruin. Blus af door de marinade erover te gieten.
  4. Bak ui in de rest van de boter in een andere pan. Voeg ze als ze mooi zacht en goudbruin zijn bij het vlees. (hoe meer tijd je daarvoor neemt, deste zoeter het eindresultaat) Laat het vlees ongeveer 2 uur op laag vuur sudderen in de stoof. Schep van tijd tot tijd het schuim eraf.
  5. Verkruimel de pepernoten, dat gaat makkelijker nu ze zo zacht zijn. Knijp het water er zoveel mogelijk uit, je hebt alleen de pepernotenpulp nodig. Voeg ze  als het vlees gaar is toe en roer tot een gladde saus ontstaat. De pepernoten binden de saus. Voeg de appelstroop toe en roer door de saus. Breng op smaak met peper en zout. Voeg naar eigen smaak eventueel nog wat stroop toe.

Heel erg lekker met zelfgemaakte appelmoes, friet en mayonaise…