Tuurlijk plantjes hebben hun tijd nodig. Tuurlijk. Snap ik toch. En hoe en wanneer het staat te gebeuren hangt af van zoveel factoren. Dus zit er niks anders op dan te wachten. Het lijkt of ik de verloskundige hoor. En inderdaad het is me twee keer gelukt om niet voortijdig mn kind uit mn buik te willen halen, maar toen kreeg ik tenminste tekens van leven. Felle enthousiaste tekens van leven dat er zin in had… En nu – nu staar als ik naar de binnenkas – toch een soort couveuse. En niks. Ik heb mn oor al bij de zaai en stekgrond gehouden om te luisteren of ik iets hoor borrelen. Maar nee. Het is stil. Het is warm. Dat wel. Dus iets is er aan het broeien. Maar aangezien door het water geven de etiketten zijn uitgelopen (ja waarom zou je daar dan ook een watervaste stift voor gebruiken…) heb ik geen idee wat er zit te broeien. En dat maakt het wachten dan eigenlijk wel leuk. Omdat ik geen idee heb hoe lang het op zich laat wachten… Eigenlijk heb ik dus een blind-date met m’n zaadjes. Lijkt ’t toch weer op zwanger zijn. Al had ik toen een blind-date met een ander soort zaadje. Maar toen is er iets moois uit gekomen. Beide keren. Het meer dan het wachten waard.