Categoriearchief: tussen droom en daad groeit een tuin

Tussen droom en daad begint een tuin

fotoEerlijk is eerlijk – ik heb geen groene vingers. Wel geregeld rode (van de bietjes) of gele (door de kurkuma). Sowieso gaan planten bij mij in de regel dood. Vooral gewone planten. Daar begin ik dus maar niet aan. Ter compensatie heb ik een heel vergevingsgezinde aloë vera. En dat is maar goed ook, want ik had ook een cactus… Hàd. Huiskruiden doen het bij mij als een getrouwd stel: af en toe. of laat ik het zo zeggen: gedroogde basilicum dáár ben ik dan weer heel goed in, misschien ligt het aan mij, maar het is net alsof ze de plantjes zo maken dat ze het niet te lang in je huis overleven, hoe goed je ook voor ze zorgt.
De enige planten die het okee doen zijn m’n kruiden, waar ze horen – in de tuin. Maar misschien is dat omdat ik heel erg van ze hou als ik ze pluk en ermee kook. En ze dus in de winter – geheel willekeurig dat dan weer wel – met bladeren toedek en ze vraag om de winter deze keer wel te overleven (ja rozemarijn en salie , ik heb het tegen jullie!).
Maar waarom heb ik zo’n prettige tuin – dat was toch de doorslaggevende reden om het huis te kopen –  met van die handige moestuinbakken als ik daar niet serieus iets mee ga ondernemen, meer dan alleen maar als Klazien ût Zalk kruidjes kweken?
Misschien omdat ik een dromer ben en net als Alys Fowler in retro jurkjes met lekkere laarzen door een compleet eetbare en mooie uitziende tuin wil dolen…. En me wil verliezen in geheime hoekjes, waar ik erwtjes tussen de rozen kan plukken. Au. Nee, dat zou Alys nooit doen. Maar ik wil ook niet dartel door een tuin drentelen. Ik hou ervan om in aarde te wroeten of kruidenbakken te metselen. Dat was het eerste wapenfeit in de tuin, de kruidenbak en die doet t dan ook ’t best. Maar met twee jonge kinderen en geen carrière als botanicus (ja Alys ik heb het over jou) is het werken in de tuin een stuk lastiger te verwezenlijken. En toch, toch wil ik niet mijn tuin inlopen en denken ‘had ik maar…’ En dus kan ik twee dingen doen. De hele boel bestraten. Of de daad bij de droom voegen.
En daarom – omdat vreemde ogen dwingen en wat je belooft moet je ook volhouden (ja ik, ik heb het over jou!) ga ik dit jaar een moestuin en kruidentuin aan leggen waar ik uit kan koken.

Stap 1 – de aanleg (concept)

‘Wat wil ik van mijn tuin?’ Het klinkt als een onderhandeling, maar goed, is de hele kringloop dat niet. Als jij hier nu sterft, plantje, dan ga ik je verteren als er maar genoeg regen valt en dan maak ik er weer nieuwe aarde van je….

Ik wil een tuin die
– kindvriendelijk is (giftige planten alleen buiten plukbereik) en dus ook ook speelhoek, zandbak (maar die had ik al verwezenlijkt in de vorm van een zitje waar je kan (hee wat een wonder) zitten maar waar een zandbak onder zit, onder de jeneverbes waar toch niks anders wil groeien) en ook een flink stuk gras.
– beschut is. Ik vind m’n buren echt wel aardig, maar ik wil me graag onbespied wanen.
– waar alles wat er groeit meer dan één eigenschap heeft. Dus geen bloemen alleen om bloemen, maar bloemen die ook geneeskrachtige waarde hebben, of eetbaar zijn, of goeie beestjes aantrekken… En vooral als ik t kan eten of er mee kan koken, dat het dan ook lekker is.

Nu ik dit herlees realiseer ik me dat het ook over mij zou kunnen gaan. – ik hou van (mijn) kinderen en met hen in heksenpapjes prutten met stokjes en in bomen klimmen. Ik ben verlegen. En ik kan niet één ding goed, sterker nog ik vind het benijdenswaardig; mensen die excelleren in één ding alleen. Ik kan een aantal verschillende dingen en probeer ze zo goed mogelijk te doen.

Zo ook de tuin.
Ik ga één deel van de tuin op z’n Alys Fowlers ’the edible garden’ doen, dus alles door elkaar, zo veel mogelijk eetbaar maar ook mooi om naar te kijken.

En een deel ‘de makkelijke moestuin’ (Square Foot gardening), maar dan ga ik de makkelijke moestuinbakken die ik heb, wel ombouwen, want zoals ze nu zijn vind ik ze niet optimaal voor dat deel van de tuin.

En dan is er nog het deel waarvan ik toch echt hoop dat het een bloemenweide wordt. En daar ga ik tussen de planten die er al staan (pioenroos, en gewone rozen (en nee die hebben geen andere functie dan mooi mooi zijn), de braam (mjam en zoemzoem), en vanalles waarvan ik nu al weer vergeten ben dat het er staat) ‘nuttige beestjes’ zaad strooien en wensen dat in de tamelijk natte grond toch van alles moois gaat bloeien. Maar dan moet ik eerst wel de achthonderdduizend eikenboompjes die nu aan het groeien zijn uit de eikels uit de grond rukken.

En dan is er nog de geit. Die ik graag zou willen. Maar dat gaat niet, want we hebben in totaal maar 110m2, en dus worden het; kippen. Krielkipjes, ook een soort geiten, maar dan anders… Dus in de tekening komt ook een kippenhok. Toktok.

Volgende keer stap 2 – de aanleg; planning.