conservatie consideratie

IMG_2027  IMG_2029

Er is iets vreemds mijn leven in geslopen… Het wil lang pruttelen, en in glazen potjes wonen. Het wil de tijd nemen terwijl het door z’n ronde venstertje naar buiten kijkt. Het wil naar azijn ruiken, of suiker, of juist naar zout en zuren van citrus… Maar het belangrijkst van allemaal: het wil geconserveerd worden.

Chutneys, jams, geleien, pekels, ingelegd lekkers in zout of azijn… Ik heb het helemaal te pakken. Natuurlijk omdat het smakelijke toevoegingen bij het eten zijn, maar vooral omdat het zo logisch is. Als er nu iets in overvloed is, dan moet je actie ondernemen voor als het straks niet meer binnen handbereik is. En dan bedoel ik niet het handbereik tussen winkelschap en karretje, maar het handbereik van nu op dit moment en aan de boom… Zo zijn de bramen (we hebben een wilde en een doornloze struik in de tuin) bezig te rijpen. En jongens, wat zijn het er veel. Zelfs als we ze met de vogels moeten delen zullen er overblijven. En ook na het maken van Eton Mess met bramen, en na handjes plukken en ter plekke opsnoepen – dan nog blijven er emmers over. En ik weiger die te laten verpieteren. Misschien dat ik een paar handenvol kan ruilen voor oogst van de buren, maar ik ben me nu al aan het storten op recepten om ze een langere toekomst te kunnen beloven als ik ze na ze even geknepen te hebben of ze zich welwillend van hun steeltje willen laten glijden pluk. ‘Stil maar braampje – jij wordt bramen-thijm-jam’. ‘En jij dikkerdje – jij wordt appel-bramen-chutney…’ ‘En okee okee – jullie mogen lekker bramelijk in een veganistische bramen-chocoladecake…’

Ik weet nu al – er komt een moment dat ik door de tuin loop en overvloed wens van alles… En maanden later in verre staat van ontbinding teruggevonden word, bedolven onder een muur van weckpotten… En dat niemand me miste – “want ze was toch zo druk met conserveren? Alleen jammer dat ze zichzelf niet wat beter geconserveerd had.”