Ik heb ooit – in navolging van wat ik mijn moeder altijd zag doen met het karkas van een kip uit eigen ren, zelf verzorgd, geslacht en bereid – van het karkas van een ‘gewone’ kip uit de supermarkt bouillon getrokken. Proberen te trekken. Waterig, droog en vaal. Teleurgesteld waren mijn smaakpapillen en ik. De kip was niet eens over de soep gevlogen, hij was er niet eens in de buurt geweest.
En ik ging eraan twijfelen of mijn herinneringen aan die kip misschien meer naar de liefdevolle smaak mijn moeder boven een pan in de keuken proefde dan dat ze zich ook daadwerkelijk de smaak van bouillon herinnerden. Tot we deze week een dikke biologische scharrelkip bij de poelier haalden. Gisteren hebben we gebraden dragon-kip met aardappels uit de oven gegeten, vandaag eten we malse kipfiletjes en ondertussen ruikt de hele keuken naar de volle malse smaak van zelfgetrokken kippenbouillon… Goed die kip was dan wel drie keer zo duur als een standaard-kippetje, maar als ik me omdraai en mijn oudste naar me zie kijken met een smakelijk glimlach die rond z’n mond danst dan denk ik – elke cent meer dan waard.