Goed gereedschap

Ik herinner me m’n opa als de dag van gisteren. Ik herinner me z’n shag-vingers. Ik herinner me dat ie koude koffie dronk uit een thermoskan. En dat ik me dan nu afvraag ‘waarom die koffie in een thermoskan doen als ie koud moet worden…’ Dat hij leek op de antieke kasten die hij restaureerde, omdat hij ook zo kon glimmen alsof ie net was opgewreven met boenwas. Ik herinner me dat hij uit z’n nerven glom als ik in zijn werkplaats probeerde een bedje voor m’n pop te timmeren. Maar ook als ik op zijn werkbank zat en hem zijn gereedschap aangaf. Alles, behalve de beitel. Daar mocht ik niet aankomen. Die was vlijmscherp. Want “As ge dan in hout gaat snij-en doe da dan mej nun bietje respect.” Alsof het hout zou bloeden als hij er een met botte beitel een jaap in zou slaan. Dat geloofde ik. Dat het hout dat voelde. En terwijl hij bezig was de meest prachtige vormen uit het hout te bevrijden zei hij. “Een slechte werrukkman herkende aan zun botte beijtel en zun blauwe duijm…” En vaak sloeg ik dan net op m’n duim. Au. “Goe zo, mejske, as ge ut nie voelt, dan leerde ut noojt…

Vandaag stond ik in de Sligro ik voor het gereed-schap. Op zoek naar een messenslijper. Heb met een aanzetstaaf in mijn handen gestaan, maar ik kon me de gedachten niet bedwingen dat het toch iets van een fallus-symbool wegheeft… Misschien omdat ik alleen maar beelden van grote ruwe koks of noeste slagers in m’n hoofd heb, die hun mes eens lekker langs hun aanzetstaaf halen terwijl ze er bij staan de grijzen… Bestaan er eigenlijk vrouwelijke slagers…? Maar goed – ik kocht in al mijn onmannelijkheid een messenslijper –  de’ Chef’s Choice (zie je wel) Pronto (o lekker snel) Manuel Diamond Hone Knife Sharpener 464‘ (Dus.)
En bij elke ui, bij elke paprika, bij elk stuk vlees waar ik doorheen glijd denk ik ‘waarom heb ik dit niet eerder gedaan?’ Ik vroeg me altijd af waarom de Jamies en de Nigels van de wereld hun uien zo gelijkmatig klein gesneden kregen… Is het goddelijke interventie? Nee hoor – het is goed gereedschap.

En ja – als je een bot mes gewend bent dan moet je wennen aan het vooruitstrevende glijwerk van je nieuwe mes – of van je oude hernieuwde mes. En dat heb ik nog niet echt in de vingers. Of ja – in mijn vingers heb ik het behoorlijk. Diep. En we noemen het een snee. Maar gelukkig had ik bij mijn nieuwe messenslijper ook meteen een doosje met van die blauwe ‘waar laat ik nou mijn pleister’ – pleisters gekocht. Want: as ge ut nie voelt, dan leerde ut noojt… Respect, opa, respect.

IMG_2284