Ik realiseer me ineens hoe vreselijk het moet zijn als je je smaak verliest… Als er van je eten nog wel het visuele en de structuur meekrijgt, maar niet meer proeft. Ik ben momenteel – hoe ironisch – bezig een dieet. De reden van dat dieet is een verhaal op zich, maar feit wil dat ik eigenlijk alleen nog (bepaalde) groentes bij mijn ‘zakjes’ mag. Een uitdaging dus. Om smaakvol en gevarieerd te blijven eten. Alhoewel groentes wel veelzijdig zijn. Gelukkig maar.
Wat ik veel moeilijker vind is koken zonder te proeven. Ik vind het de hel. De absolute hel. In mijn hoofd kan ik wel bedenken wat lekker is bij elkaar, maar dan – dan is het aan mijn man en oudste (de jongste is nog geen één en vindt alles lekker als het maar vers is) om feedback te geven. Ik moet dus via de woorden van een ander proeven. En hoe verschilt ‘mmmwjah’ met ‘wel okee hoor’? Ineens wordt de second opinion een first and only opinion. Met als resultaat dat allerlei recepten het toch niet lijken te zijn.
Chili con carne, 2,5 uur gesudderd, met op het laatste moment er verse koriander en pure chocolade erdoor: “mmmwjah – joh zat er chocolade in?” Rijstkroketjes: “wel lekker. Beetje aan de droge kant…”
Godzijdank bakte ik vandaag koekjes en probeerde ik bij de oudste te peilen of hij de koekjes lekker vond met de vraag: minder lekker dan stroopwafels, lekkerder of anders? het antwoord: “Heel anders heerlijk dan stroopwafels.” Nou – dat is een recept dat we erin houden. Gelukkig maar. Nog even en mijn kookboeken zaten ook op dieet.